Kerstin Schweighöfer: ‘Journalist en woordvoerder zijn vaak vier handen op één buik’
Nieuws | Op de werkvloerNederland staat bij Duitsers nog altijd bekend als een tolerant land waar men losjes met elkaar omgaat. Aan die frivoliteit zitten mooie en minder mooie kanten, vindt correspondent Kerstin Schweighöfer. ‘Journalisten en woordvoerders hoeven geen vriendjes te zijn.’ Deel 2 van een serie interviews met buitenlandse correspondenten. Hoe kiezen zij hun onderwerpen en wat valt hen op aan de Nederlandse journalistiek?
Wat maakt Nederland zo Nederlands? In de ‘literaire reisgids’ Gebrauchsanweisung für die Niederlande uit 2022 probeert Kerstin Schweighöfer die vraag te beantwoorden. Ze woont al meer dan dertig jaar in Nederland en werkt voor onder meer omroep ARD, nieuwszender Deutschlandfunk en de Frankfurter Algemeine Zeitung (FAZ).
Hoe zien de Duitsers Nederland?
‘Het beeld dat de Nederlanders tolerant en los zijn, is hardnekkig. Duitsers willen graag het positieve beeld van Nederland vasthouden, vooral in de grensgebieden. In Noordrijn-Westfalen is Nederland nog vakantieland nummer één, daar willen ze in het liberale Nederland blijven geloven. Dat het milieu kapot is en de lucht slecht, dat willen ze liever niet weten.’
Welke Nederlandse kwesties vindt het Duitse publiek interessant?
‘Toen ik begon, was Nederland op veel vlakken een gidsland. Euthanasie, het homohuwelijk, drugs, maar ook milieu. Tegenwoordig is dat niet meer zo. Er zijn nog wel wat onderwerpen waar Nederland innovatief mee omgaat, neem bijvoorbeeld de woningnood. Jullie zijn vrij innovatief: tiny houses, de transformatie van leegstaande kantoorgebouwen naar woningen of topping up – dus gewoon nog een verdieping op het dak van een bestaand gebouw zetten. Het oude cliché dat Nederland oplossingsgericht is, klopt nog wel een beetje. De Nederlanders zijn minder voorzichtig dan Duitsers. Ze laten niet eerst een heleboel studies uitvoeren, ze proberen iets, en als het niet werkt, stoppen ze er weer mee. Dat vinden Duitsers inspirerend.’

Wat valt je op aan Nederlandse media?
‘Er zijn grote verschillen, bijvoorbeeld bij het journaal. Vox populi is in Nederland heel belangrijk, hier komt eerst de stem van het volk, en dan de deskundige. In Duitsland is het journaal korter en meer to the point. Het draait echt om de naakte feiten.’
‘Ik probeer elke dag Eva en Bar Laat te kijken, om te weten wat er in de Nederlandse maatschappij speelt. Die programma’s zijn veel gemoedelijker dan Duitse talkshows, ze zoeken minder de confrontatie. In de Duitse talkshows krijgen politici sowieso een paar onprettige vragen. Die zouden in Nederland vaker gesteld mogen worden. Je hoeft geen vriendjes te zijn. Dat geldt ook voor journalisten en woordvoerders.’
Want hoe gaan journalisten en woordvoerders in Nederland met elkaar om?
‘Vaak heel lief en aardig, vier handen op een buik. In Duitsland is de woordvoerder, overdreven gezegd, de natuurlijke vijand. Die staat echt aan de andere kant.’
‘Maar die gemoedelijke omgang met elkaar, de losse manier van doen in Nederland, heeft ook een positieve kant. Je komt gemakkelijker dicht bij een geïnterviewde. Ik had eens een gesprek met de baas van uitzendbureau Randstad. Hij maakte koffie en we gingen zitten praten. In Duitsland zou je nooit alleen een gesprek met zo iemand voeren, er is altijd een hele entourage bij. Laat staan dat hij zelf koffie voor je zou zetten.’
Zie je verschillen in de dagelijkse manier van werken van journalisten?
‘In Nederland krijg ik regelmatig de vraag: “Ik krijg het nog te lezen, toch?” Dat is in Duitsland ondenkbaar. Tuurlijk, bij een interview heeft iemand het recht om het hele stuk te lezen. Maar als het om een bericht gaat of een reportage, dan is dat anders. Dan stuur ik de uitspraken desnoods losgeknipt op. De tekst zelf geef ik niet uit handen. In Duitsland zijn journalisten daar veel principiëler in, inzage geven is een doodzonde. Je moet je onafhankelijkheid bewaren, je verhaal is van jou.’
Wat vind je sterk aan de Nederlandse journalistiek?
‘Jullie taalgebruik. Journalisten zijn in Nederland sterk in gewonemensentaal. Hier hoor je op de radio of op televisie gewoon een zin als “Willem-Alexander was boos”. In Duitsland zou het omslachtiger worden verwoord, bijvoorbeeld “Willem-Alexander war verärgert” of “Willem-Alexander war nicht einverstanden”. Duitsers hebben ook veel meer de neiging om ingewikkelde woorden of Latijn te gebruiken. Dat vind ik vreselijk.’
‘Ik heb hier een tekst hangen die ik in gedachten houd bij het schrijven. Hij is van Joseph Pulitzer, niet de minste. Vertaald staat er: “Schrijf kort en ze zullen het lezen. Schrijf helder en ze zullen het snappen. Schrijf beeldend en ze zullen het onthouden.”’
Pulitzer is de naamgever van de meest prestigieuze journalistieke prijs. Hij was een Oostenrijks-Hongaars-Amerikaanse uitgever.
Welk Duitse medium raad je Nederlanders aan?
‘Deutschlandfunk is heel goed voor de feiten. Van de kranten zou ik Die Zeit noemen. Der Spiegel is er vooral voor het harde nieuws, maar in Die Zeit vind je daarnaast ook meer softe onderwerpen: veel over gezond eten, opvoeding, reizen.’